Het IK in de therorie van Freud (neuroloog, 1856-1939) een van de drie delen van de persoonlijkheidsstructuur. Het ego is het deel dat moet omgaan met de realiteit en de buitenwereld. Daarnaast gebruikte hij het id (het het), dat overeenkomt met ‘dierlijke’ instincten – een pasgeboren baby is alleen maar id en het superego, het bewustzijn en de moraliteit. Het houdt de impulsen van het id onder controle en belast het ego met schuldgevoel.