Hij is midden veertig, zijn leidinggevende tien jaar jonger. Als kind hoorde hij zo vaak dat hij nergens voor deugde, dat hij nu niets anders verwacht. Iemand hoeft zijn mond maar open te doen of hij voelt al wat er komt. Het maakt hem bang en onzeker.
Zijn leidinggevende voelt zich snel niet gezien of gehoord. Als ze met haar teamleden zit te lunchen en de anderen zijn druk met elkaar in gesprek, voelt zij zich buitengesloten.
Oud zeer
Dat gebeurt ook als ze wat te laat bij een overleg binnenkomt. Op de gang hoort zij ze al vrolijk lachen en praten, maar als zij binnenkomt zijn ze ineens stil.
Dat gevoel er niet bij te horen kent ze van vroeger. Het maakt haar altijd verdrietig, maar als ze naar binnenloopt reageert ze boos. Dan smijt ze haar spullen op tafel en vraagt hem waarom hij nog niet met het overleg is begonnen.
Hij reageert als gestoken op de verwijtende toon in haar stem. Hij voelt zich miskent. Hij reageert verontwaardigd dat haar opmerking nergens op slaat, dat zij zelf altijd te laat komt.
Zij negeert zijn opmerking over te laat komen. Blijft bij haar punt. Hij had zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en moeten beginnen met het overleg. Dat mag van iemand in zijn positie onderhand wel verwacht worden.
Hij roept dat hij niet begrijpt waar ze het lef vandaan haalt hem zo toe te spreken. Dat het nergens op slaat. Waarop zij roept dat een gesprek met hem altijd zo uitpakt. Dat praten met hem geen zin heeft.
Hij pakt zijn spullen op, loopt de kamer uit en smijt de deur achter zich dicht.
Iedereen een rot gevoel
Ondertussen zitten de andere teamleden zwijgend te luisteren. De een kijkt wat in zijn papieren, anderen wisselen voorzichtige blikken met elkaar. Niemand zegt iets.
De man en de leidinggevende tonen allebei impulsief hun boosheid. De leidinggevende herkent wel het verdriet, maar wil zich alles behalve kwetsbaar opstellen. Ook hij doet er alles aan om zijn onzekerheid te verbergen.
Allebei boos
Het is een uiting van hun natuurlijke gevoel, terwijl ze iets anders voelen. Beiden doen hun best om hun kwetsbaarheid te verstoppen. Zij wil niet laten zien dat ze verdrietig is en hij niet dat hij onzeker overkomt. Het is de strategie die ze in hun jeugd aangeleerd hebben omdat het toen functioneel bleek. Het kleine jongetje mocht vroeger niet tonen dat hij bang was. Hij werd alleen geaccepteerd als hij in stressvolle situaties agressief reageerde. En bij de leidinggevende mocht vroeger thuis niet gehuild worden. Er werd alleen naar haar geluisterd als ze woedend werd.
foto: 123.rf