33 vragen voor je levensverhaal

De aanleiding voor het schrijven van je levensverhaal kan verschillen. De een schrijft zijn levensloop uit als onderdeel van een loopbaantraject, de ander wil zichzelf beter begrijpen en de derde wil iets achterlaten voor het nageslacht.

Wat je reden ook is het begint met je open te stellen voor je verhaal.

Gun jezelf tijd

Tijd om terug te gaan in je verleden.
Je merkt dan dat allerlei herinneringen opborrelen. Want dat gebeurt als je op zoek gaat naar je verleden.

Op de meest onverwachte momenten flitst een herinnering voorbij. Van de geur van vers gebakken witbrood met aardbeien tot je verbijstering toen je hoorde dat jij ontslagen werd.

Vastleggen

Schrijf herinneringen meteen op. Doe je dat niet dan ben je ze weer kwijt. Het is net als met boodschappenlijstjes. Ook al denk je niets te vergeten. Gedachten verdwijnen net zo snel als ze opploppen. Later maak je je keus wat je gebruikt.

Schrijf vanuit je beleving

Later bij het schrijven haal je die herinneringen zo dicht mogelijk terug naar je ervaring. Wat deed, dacht en voelde je toen. Ga terug naar het moment om je te herinneren wat je rook, proefde of zag. Maak zo veel mogelijk gebruik van je zintuigen. Het gaat er om dat je je eigen beleving te pakken krijgt.

In de hoofdrol

De hoofdpersoon in een autobiografie ben jezelf. Schrijf daarom in de ‘ik’ vorm, dat maakt het schrijven makkelijker.

33 vragen om te starten met je levensverhaal

1. Wie waren je vader en je moeder?
2. Waar kwamen ze vandaan?
3. Welke plek heb jij in het gezin?
4. In wat voor gezin groeide je op? (levensbeschouwing, maatschappijbeeld)
5. Hoe gingen jullie thuis met elkaar om?
6. Wat vertelden je ouders over hun jeugd?
7. Hoe was de relatie tussen je ouders?
8. Welke onderwerpen waren niet bespreekbaar? (geheimen, seksualiteit, geld, geloof, politiek)
9. Vanuit welke levensbeschouwing ben jij opgevoed?
10. Gingen jullie als gezin op vakantie?
11. Waren er bijzonder familie activiteiten?
12. Hadden je ouders hobby’s?
13. Welke gewoontes bestaan er binnen de familie rond geboorte en overlijden?
14. Wat was jouw plek aan tafel tijdens het eten?
15. Wat voor kind was je?
16. Wat voor spelletjes speelde je?
17. Welke boeken las je?
18. Wat vond je het moeilijkst thuis en wat het leukst?
19. Hoe was school voor jou?
20. Kwamen er vrienden van je ouders of van jou over de vloer?
21. Wie waren jouw vrienden?
22. Met welke vrienden van vroeger heb je nog contact?
23. Welke karaktertrekken hebben jou het meest opgeleverd?
24. Wanneer ging je het huis uit?
25. Hoe verliep jouw leven studie, werk, relaties?
26. Waar heb je spijt van?
27. Welke mensen zijn belangrijk voor je geweest, wie was jouw voorbeeld?
28. Wat zijn hoogte- en dieptepunten voor je geweest?
29. Wat had je niet verwacht en je toch gelukt?
30. Welke belangrijke keuzes heb jij gemaakt?
31. Wat zijn de gevolgen van de keuzes?
32. Wat zeggen mensen die jou kennen over hoe je in het leven staat?
33. Waar droom(de) je van?

Wie wil jij zijn?

Ontdek je eigen verhaal. Al schrijvend orden je je verhalen, je gedachten en ervaringen tot een geheel. Het is jouw verhaal over je verleden, je heden maar ook je toekomst. Als je diep in je herinneringen duikt kan het schrijven van je levensverhaal je veel informatie geven.

Schrijf voor jezelf

Schrijf zoals jij wilt dat het nu op papier komt. Nu? Ja. Omdat het altijd een momentopname is. Geschreven vanuit jouw beleving, toen en nu. Goed mogelijk dat als je later je levensverhaal nog eens doorleest heel andere herinneringen bovendrijven en er een nieuw levensverhaal ontstaat.

Niets moet alles mag

De bedoeling van de vragen is dat ze je op weg helpen. Pik er uit wat je aanspreekt en stimuleert. Leg jezelf geen beperkingen op. Begin je levensverhaal bij het begin of schrijf juist naar het begin toe. Wil je liever bij een bepaalde gebeurtenis beginnen en zo de voor jou kenmerkende rode draad ontdekken? Geen probleem.

Schrijven is als leven, je moet keuzes maken. Ik wens je daar veel schrijfplezier bij!